Revalidatie

De rode lijn geeft bij deze foto de verticale disbalans aan. Dit betekent een incorrecte gewichtsverdeling tussen het linker -en het rechtervoorbeen. Door de terugwerkende ruiterhand overbuigt het paard in de hals. Hierdoor valt het paard over de buiten schouder en wordt de ruiter op buiten gezet. Met correcte training is dit allemaal op te lossen.
Ieder paard is van nature scheef en is links of rechts gebogen. Als we deze scheefheid niet corrigeren met de juiste training, wordt de kans op blessures groter en heeft dit gevolgen voor het paard. Daarnaast zorgt disbalans ook voor stress, wat soms ook weer resulteert in gedragsproblemen. Een paard zonder verticaal evenwicht heeft per definitie een incorrecte lichaamshouding. Door een paard in verticaal evenwicht te trainen kunnen we veel blessures voorkomen en soms zelfs genezen. Verticaal evenwicht betekent de gewichtsverdeling tussen het linker- en het rechtervoorbeen. Zonder verticaal evenwicht kan een paard niet ontspannen en moet hij voortdurend compenseren in zijn lichaam. Het is van veel factoren afhankelijk of een revalidatie wel of niet slaagt. Niet alleen correcte training speelt hierin een belangrijke rol, maar ook huisvesting, voerbeleid, hoef- been balans en lichamelijke gezondheid bepalen het revalidatieproces.

Het 4DD principe, ontwikkeld door Karin Leibbrandt, van 4dimensiondressage is bijzonder effectief om paarden te revalideren, preventief gezond te houden, maar ook vooral mentaal en fysiek weer in balans te brengen. Dit principe is erop gericht het paard op een duurzame manier te trainen gebaseerd op de biomechanica van het paard. Het paard wordt rechtgericht volgens de 4 dimensies. Verticaal evenwicht, horizontaal evenwicht, lateroflexie (zijdelingse buiging) en het diagonaal evenwicht.
De basis begint bij het verticaal evenwicht van waaruit het paard op een correcte, maar ook vooral logische en duurzame manier verder getraind kan worden, zodat het paard fysiek gezond wordt en blijft. Onbalans, scheefheid, maar ook pijn kunnen paarden op veel manieren uiten. We maken onderscheid tussen Gedragsproblemen, Rijtechnische problemen en Fysieke problemen.
Gedragsproblemen en Rijtechnische problemen
- Bokken/Staken/Steigeren/Explosief gedrag
- Stress/schrikken
- Het paard loopt te snel of juist te langzaam
- Plat door de bocht of naar één of beide kanten omvallen
- Niet de bocht om willen of maar één kant op willen
- Hoofd te laag of juist te hoog/tegen de hand
- Ongelijke tegeldruk
- Hangen in de hand
- Moeite met aangalopperen of overkruist aanspringen
Gedragsproblemen hebben altijd en oorzaak. Het is natuurlijk belangrijk om medische oorzaken uit te sluiten, maar lang niet bij alle paarden wordt een medische/fysieke oorzaak gevonden. Over deze paarden wordt dan vaak gezegd dat ze stout zijn. Dat is jammer, want het paard probeert juist iets aan te geven. De focus moet dus ook niet liggen op het corrigeren van het gedrag, maar op het achterhalen van de oorzaak. Door middel van correcte training gecombineerd met Fascia behandeling kunnen veel problemen worden opgelost.
Fysiek problemen
- (Vage) kreupelheden
- Peesblessures
- Terugkerende blessures
- achterblijven in bespiering
- Kissing Spines
- Artrose
- Bekkenproblemen/SI Klachten
Bij medische/fysieke problemen ben je afhankelijk van de belastbaarheid van het paard. Je bent zeker beperkter in belastbaarheid als er medische problemen zijn die niet meer te genezen zijn, zoals artrose. Door aanpassingen te doen in de training, de balans te verbeteren, werken aan coördinatie en spieren te versterken is functioneel herstel vaak wel mogelijk. Dit betekent niet dat een paard weer 100 % belastbaar wordt, maar belastbaar is tot wat hij lichamelijk aan kan. Er wordt getraind binnen de belastbaarheid van het paard.